Een high-five met zijn remmer Sybren Jansma en twee duimen omhoog naar de
camera. "Yes!", schreeuwt Edwin van Calker kort. De piloot van de
Nederlandse tweemansbob staat na de eerste afdaling in St Moritz op de
eerste plek. Boven gerenommeerde boblanden als Duitsland, Canada en
Zwitserland.

Na de tweede run eindigt Nederland als derde, de eerste podiumplek ooit voor
een Nederlandse slee. De reden? De nieuwe bobslee die binnen een jaar is
gebouwd en waarmee Nederland plots medaillekandidaat is in Vancouver.
(Bekijk ook de slideshow:
Vaderlandse sportinnovaties
.)

Project TopBob
De bob is ontwikkeld door een consortium van de Bob en Slee Bond Nederland
(BSBN), InnoSportNL, Nederlandse bedrijven en universiteiten. DSM
ontwikkelde de kap, Eurotech/Viking Engineering het onderstel en Modesi en
de TU Delft rekenden aan de aerodynamische aspecten. De Universiteit Twente
en de TU Eindhoven werkten ook mee aan het project.

De precieze technische details van het project
TopBob
, zoals de samenwerking heet, wil het consortium pas bekendmaken
op een persconferentie op 29 januari in Venlo.

Kat in de zak
Het project startte in juli 2008 bij InnoSportNL, een organisatie opgericht
door kennisinstituut TNO en sportkoepel NOC*NSF om sportinnovatie te
versnellen. BSBN wilde de kennisachterstand ten opzichte van de wereldtop
verkleinen. Een bobslee van hoog niveau is één van de uitvloeisels van het
project.

Voorheen kocht de bond sleeën uit andere landen. "We konden alleen
niet beoordelen wanneer we een kat in de zak hadden gekocht", zegt
Frans Bakker, voorzitter van BSBN. "We wisten weinig over de afstelling
van het materiaal of de ijzers." De doelstelling was om in 2014
aansluiting te vinden bij toplanden als Duitsland, maar dat lijkt nu al
gebeurd.

Oprichting InnoSportNL
Het project TopBob is niet karakteristiek voor sportinnovatie in Nederland.
In relatief korte tijd zijn sporters, kennisinstellingen en het
bedrijfsleven bij elkaar gebracht met één gezamenlijk doel. Voorheen werd op
incidentele basis geïnnoveerd. Denk hierbij aan de klapschaats of de
schaatsstrip.

De kentering kwam in 2006 met de oprichting van InnoSportNL. "Het doel
was het strategisch en structureel oppakken van innovatie", vertelt
Marc van der Zande, programmamanager sportproducten bij de organisatie. Het kabinet
stelde 15 miljoen euro beschikbaar
op voorwaarde dat de sport,
kennisinstituten en het bedrijfsleven eenzelfde bijdrage leveren.

Kritiek op de structuur
Met het TopBob-project lijkt InnoSportNL de zaken op de rails te hebben, maar
er is ook kritiek op de organisatie, voornamelijk uit de schaatswereld.

Schaatscoach Jac Orie uitte zich in 2008 negatief over de structuur van
InnoSportNL. "Onderzoeken worden mede geïnvesteerd met geld uit de
private sector. Met andere woorden: het moet geld opleveren. Maar die
insteek is verkeerd. De onderzoeken zouden in de eerste plaats moeten
draaien om prestatieverbeteringen", zei Orie in De
Telegraaf
.

Het economische rendement is juist een belangrijke pijler van InnoSportNL,
meent Van der Zande. Sportinnovatie moet op termijn op eigen benen kunnen
staan. Daartoe moet het ontwikkelingsfonds aangevuld blijven worden. "InnoSportNL
moet een vliegwiel zijn dat sportinnovatie in gang kan houden."

Daarbij kan prestatieverbetering bovenaan blijven staan. "Soms is het
juist beter om een product onder te brengen bij het bedrijfsleven",
meent Van der Zande. "Dat kan het verder blijven ontwikkelen en
onderhouden."

Time-to-market te lang
Oud-schaatser Marnix ten Kortenaar meent dat er "hele leuke dingen"
gebeuren bij InnoSportNL. "We kunnen echter nog een slag maken",
zegt Ten Kortenaar, die met zijn bedrijf Dr Ten onder meer innoveert op het
gebied van sport. "De tijd voordat producten op de markt komen is te
lang. Ik ken de organisatie niet in detail, maar ik heb de indruk dat er te
weinig hands-on techneuten werken die het praktijkwerk niet schuwen."

Van der Zande pareert de kritiek door te wijzen op de beginfase van
InnoSportNL. "Als je net start, moet je veel opbouwen. Alle partijen
moesten ons leren kennen.” De laatste anderhalf jaar gaan de projecten
volgens hem sneller. Het bobsleeproject is een voorbeeld van hoe
sportinnovatie zou moeten, daar is ook Ten Kortenaar het mee eens.

Level playing field
Of het bobproject in februari 2010 ook medailles op gaat leveren is
afwachten. Frans Bakker tempert de verwachtingen voor de Spelen enigszins. "Het
is niet zo dat we een veel betere bob hebben dan bijvoorbeeld Duitsland. Er
is nu een level playing field. We hebben de sporters in staat gesteld om hun
kwaliteiten te laten zien."

Lees ook:

Hollandse sportinnovaties voor de Winterspelen

'Schaatsprofessor' wil de wereld verbeteren

Afstemming sportevents duurt nog jaren

Aan Olympisch goud hangt prijskaartje

Olympische Spelen zijn goed voor export

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl